is Rosa de tegenpool...van de destijds vermogende gemeenschap van Lima.
Ze bidt, werkt, vast en pijnigt zichzelf. Ze draagt een ketting rond het lichaam, verbrandt haar huid, draagt een ijzeren, met rozen omwikkelde doornenkroon, en slaapt op twee planken... Opvallend zijn haar lijdzaamheid en ongevoeligheid voor lichamelijke pijnen.

Haar lijdensmystiek is geen teken van zelfkwellerij, maar van solidariteit met alle armen en lijdenden. Ze lijdt plaatsvervangend voor de hele mensheid, en wil hiermee de zonden van de anderen op zich nemen.
Zoals Johannes van het Kruis beleeft ze de 'donkere nachten' van het door-God-verlaten-zijn, maar ook de uren van Gods nabijheid, als ze bijvoorbeeld van haar bezoek aan de armen en zieken terugkeert in haar hut.
~bron~
Geen opmerkingen:
Een reactie posten