woensdag 25 maart 2020

nieuw? -β

Loimos... 

is het Griekse woord dat Thucydides voor de epidemie gebruikt [boek II, 47-54].

Pest, pokken, mazelen, tyfus... we weten het niet precies, en het doet er ook niet toe. De ziekte - die uit het Oosten kwam overwaaien - was zeer besmettelijk, en de Atheners stierven bij bosjes. Zelfs aaseters kwamen niet langer bij lijken in de buurt. Strenge leefregels (welke, en door wie opgesteld?) hielpen niet, er was geen medicijn tegen opgewassen, ook orakels bleken geen remedie te bieden.

Afbeeldingsresultaat voor athens plague


Tegelijk met de wanhoop, groeide de onverschilligheid voor menselijke normen en goddelijke wetten. Wie meer angst had dan eergevoel, keerde de zieken de rug toe. Lijken lagen onbeweend op straat, of werden op andermans brandstapels gegooid. Wie zijn laatste dagen geteld zag, gaf zich over aan wild genieten. De wetteloosheid [a-nomia] nam toe: ‘Men durfde nu zonder bezwaar zijn eigen genoegens na te jagen, en dingen te doen die men vroeger geheim hield. De mensen zagen immers de onverhoedse ommekeer: rijken die nu onverwacht stierven, mensen die eerst niets hadden bezeten, maar nu ineens over de eigendommen van de rijken beschikten.’ [boek II, 53.1, vert. Wolther Kassies 2013].

Maar wie was genezen, werd meestal geen tweede keer ziek.

En voelde zich onsterfelijk.


~bron~

Geen opmerkingen:

Een reactie posten