'De duivel kon de gedachte niet verdragen...
dat deze stichting zou worden opgericht.
Het schip van de zusters had de haven maar amper verlaten, toen een zelden geziene en hevige storm hen teisterde. De lucht veranderde van de klaarste dag tot de donkerste nacht. De angstige schippers wisten niet wat te doen en dachten dat ze verloren waren. In feite bleek het schip gedoemd.
Het was toen dat zowel haar tante als haar nichtje in het razende water een verschrikkelijke en reusachtige slang met zeven hoofden waarnamen, die poogde om het schip te vernietigen. Mariana begon hierop hard te schreeuwen, waarna ze het bewustzijn verloor.
Moeder Maria bad met haar volledige ziel tot God met de vraag of het waarachtig Zijn wil was dat de orde zou worden opgericht. Toen ging de storm liggen.
Van zodra Moeder Maria haar gebed had opgezegd...
opende Mariana haar ogen en veranderde de duisternis in klaarlichte dag. Maar men had een verschrikkelijke stem gehoord: "Ik zal deze Orde niet dulden, en alles doen om de vooruitgang ervan tegen te werken. Ik zal ze niet tolereren, tot het einde der tijden. Ik zal ze vervolgen."
Moeder Maria wist dat Mariana iets had gezien tijdens haar flauwte.
Ze nam haar mee naar een afgezonderde plaats en ondervroeg haar over alles wat haar was getoond.
"Ik weet niet waar ik ben geweest, mijn Moeder," antwoordde het meisje, "maar ik zag een slang, groter dan de zee, rond zichzelf draaiend. Toen zag ik een dame van een onvergelijkbare schoonheid, gekleed door de zon en met sterren gekroond, met een kindje in haar armen.
Op de borst van de dame zag ik een monstrans met het Heilig Sacrament. In één van haar handen hield ze een gouden kruis dat uitliep op de punt van een lans. Ze hield de punt over het Heilig Sacrament en in de handpalm van het kind en sloeg daarna het hoofd van de slang met zo’n kracht, dat het volledig gespleten werd. Op dat ogenblik schreeuwde de slang het uit in alle mogelijke verschrikkelijke bedreigingen dat ze de Orde van het Onbevlekte Ontvangenis niet zou toestaan."
Moeder Maria begreep onmiddellijk wat dit visioen betekende en goot later de afgebeelde scène in een medaillevorm. Tot op vandaag dragen de zusters van het Onbevlekte Ontvangenis deze medaille over hun ordekleed.
Toen ze in Quito aankwamen, op 30 december 1576, werden de stichtsters met grote vreugde onthaald in een aantal onbewoonde gebouwen van het klooster, dat nog in aanbouw was. Toen de bouw ervan was beëindigd, vond de officiële stichting van de Orde plaats, op 12 januari 1577.
Al spoedig begonnen meerdere jonge meisjes een verzoek te richten om toelating tot het Klooster van de Onbevlekte Ontvangenis en het kloosterleven kwam er dan ook tot volle bloei.'
Geen opmerkingen:
Een reactie posten