'De onheilspellende dag...
die zowel voorspeld was aan Moeder Maria als aan Moeder Mariana...
was aangebroken, de dag waarop de smalle kudde zou worden afgescheiden van hun goddelijk toegekende herders.
Er waren nieuwe verkiezingen voor een Moeder Overste en Moeder Magdalena de Jesus Valenzuela, de nieuw verkozen priores, verloor geen tijd in het voltooien hiervan. Deze dame was geen slechte persoon, maar door haar zwakte was ze dikwijls een werktuig in de handen van de andere zusters met kwade bedoelingen.
Ze handelde vlug om de gehoorzaamheid aan de zonen van Heilige Franciscus te annuleren, en het klooster onder het gezag te plaatsen van de Bisschop van Quito. Dit was een droevige dag voor de heldhaftige en heilige stichtsters en voor alle gehoorzame Conceptionisten van het klooster.
Toen ze afscheid namen van de Franciscaanse Vaders, weenden Moeder Mariana en alle getrouwen als ontroostbaar. Desalniettemin gehoorzaamden ze, zich onderwerpend aan hun nieuwe overheid. De provinciale vader van de Franciscanen verliet hen met woorden van aanmoediging en troost, en verzekerde hun de toekomstige terugkeer.
Voor de weerspannigen liet hij enkel woorden van verwensingen achter.
-
Met Moeder Valenzuela aan het stuur...
gemanipuleerd door de ongehoorzame groep...
begon het naleven van de regels onmiddellijk te verzwakken. Zo werden de voorgeschreven momenten van stilte niet langer nageleefd, en namen de misbruiken toe.
Bezorgd en met een verwond hart bij deze toestand, die aan het ware doel van het kloosterlijk leven voorbijging, benaderde Moeder Mariana nederig haar nieuwe overste, waarbij ze haar, als stichtster en ex-priores, smeekte om deze inbreuken en koersverandering ongedaan te maken, en dit ten goede van de gemeenschap.
De seculiere geestelijke prelaat, die nu de autoriteit had over het klooster, had van deze oproep gehoord, maar de opstandige groep zusters verzekerden hem dat hij een heel slecht verslag had gekregen, waarbij ze Moeder Mariana als weerspanning, ongehoorzaam en nog veel meer bestempelden.
Het resultaat was dat de onschuldige maagd tot drie dagen opsluiting werd veroordeeld. Hij beval eveneens dat haar sluier moest worden verwijderd, dat ze een publiekelijke kastijding zou krijgen in de refter, waarbij ze knielend op de grond moest eten.
Zij bracht deze drie dagen door in een donkere en ondergrondse gevangenis. Daar moest Moeder Mariana boeten omwille van haar volmaakte onschuld. Na drie dagen werd ze verhuisd naar een isoleercel.
De Spaanse stichtsters die niet langer haar lijden konden aanzien, brachten haar daar bezoek. Hiervoor werden ze, samen met Moeder Mariana, eveneens gevangengezet voor de tijdsduur van een maand. Anderen die solidair waren, dienden hen ook te vervoegen in de gevangenis.
Op een bepaalde ogenblik waren ze allen samen met vijfentwintig zusters...
die moesten betalen voor hun trouw.'
[bron]
Geen opmerkingen:
Een reactie posten