'Tegen deze tijd leed Moeder Mariana vreselijk onder de zorg van haar gemeenschap.
Ze hadden gebrek aan een degelijke financiële ondersteuning, en er was het bijkomende kruis van de dreigende afscheiding van de Franciscanen. Dit was voor haar een waarachtig martelaarschap.
In de vroege morgen van 2 februari 1594, was Moeder Mariana in het hoger koor aan het bidden. Ze lag ter aarde geworpen en haar voorhoofd raakte de vloer, en ze smeekte om hulp voor haar gemeenschap en de zondevolle wereld.
Daarop hoorde ze een zachte stem, die haar bij haar naam riep. Ze stond vlug op, en zag een allermooiste dame, in een aura van licht. In haar linkerarm hield ze het Kindje Jezus vast, en in haar rechterhand een staf van het zuiverste goud, versierd met edelstenen zoals men er op aarde geen enkele kan vinden.
"Wie bent u, mooi dame," vroeg ze, "en wat is uw wens? Weet u niet dat ik slechts een arme kloosterlinge ben, vol van liefde voor God, maar lijdend en beproefd tot het uiterste?"
De dame antwoordde: "Ik ben Maria van het Welslagen, de Koningin van de Hemel en Aarde. Precies omdat u een godsdienstige ziel bent, vol van liefde voor God en Zijn Moeder die hier nu tot u spreekt, ben ik uit de Hemel nedergedaald om uw belaste hart te verlichten."
Daarop toonde de Moeder Gods haar...
hoe haar gebeden en opofferingen God behaagden. Zij verklaarde dat Zij de gouden staf in Haar rechterhand hield, omdat ze wenste om zelf het klooster te leiden, omdat de duivel alles zou doen wat binnen zijn macht lag om het klooster te vernietigen door middel van ondankbare zusters die in het klooster verbleven.
"Hij zal zijn doel niet bereiken," vervolgde zij, "omdat de ik de Koningin van de Overwinningen en de Moeder van het Welslagen ben. Onder deze aanroeping, wens ik tijdens de komende eeuwen mirakelen te verrichten voor het behoud van dit, Mijn klooster en haar inwoners.
Tot het einde van de wereld zal ik heilige dochters en heldhaftige zielen hebben in het duistere leven van hun klooster die zullen lijden onder laster en vervolging van binnenuit hun gemeenschap. Zij zullen heel geliefd worden door God en Zijn Moeder...
Hun levens van gebed, boete en opoffering zullen ten allen tijde uitermate noodzakelijk zijn. Na hun, voor iedereen, ongekende leven te hebben geleid, zullen ze naar de Hemel worden geroepen om de verheven Troon der Glorie te bezetten."
Daarop onthulde ze aan Moeder Marina...
dat haar leven er een zou zijn van lang en voortdurend lijden, maar Zij droeg haar op om nooit de moed te verliezen.
Nadat Zij dit alles had gezegd, legde ze de Kleine Jezus in de armen van de nederige non. Moeder Mariana drukte Hem dicht tegen haar hart, en zo voelde ze de sterkte, om het lijden ter wille van Zijn eer en ten goede van de zielen te kunnen ondergaan.
Onze Lieve Vrouw verscheen meerdere keren aan Moeder Mariana onder de benaming van Moeder van het Welslagen. Tijdens sommige van deze verschijningen voorspelde Zij vele dingen over de twintigste eeuw.'
[bron]
Geen opmerkingen:
Een reactie posten