is in 1610 in het Franse Annecy gesticht door Franciscus van Sales en Jeanne de Chantal.
De leden van de orde werden visitandinnen genoemd. De zusters werden vanwege de Kulturkampf in 1876 uit Duitsland verbannen, en zij vestigden zich daarom in 1885 in Tilburg aan de Nieuwendijk, nu Bisschop Zwijsenstraat 7.
Dit pand werd ter beschikking gesteld door de dochter van de laatste bewoner, wollenstoffen-fabrikant Hendrik Mathijsen. Zijn fabriek stond aan de overzijde van de straat. Deze Dorothea Mathijsen vertrok in 1882 naar Voorst, en keerde in 1885 met de zusters terug in het ouderlijk huis.
De visitandinnen werden ook ‘slotzusters’ genoemd, omdat hun contact met de buitenwereld tot een minimum werd beperkt. De kapel naast het klooster, een ontwerp van Cees van Hoof in neogotische stijl, werd in 1895 in gebruik genomen. Dit was aan het einde van de twintigste eeuw een populaire trouwlocatie, waar meer dan vierduizend huwelijken werden gesloten.
De visitandinnen verlieten hun enige klooster in Nederland in 1986.
Daarna werden de graven van de zusters die zich in de achterliggende tuin bevonden geruimd, en overgebracht naar begraafplaats Binnenstad. Deze tuin, het klooster, en de kapel werden later onderdeel van het Kunstcluster. In 2007 publiceerde Theo Schouw hierover het boek 'Van slotklooster tot kunstkluster: Een Tilburgse geschiedenis 1885-2007'.
De bakstenen kapel heeft een rechthoekige plattegrond, onder een zadeldak, gedekt met leien. Het schip is vier traveeën lang. Het koor is iets smaller, en hoger, en driezijdig gesloten. De deur heeft een spitsboogvormig bovenlicht, gevuld met glas-in-lood.
~wikipedia~
Geen opmerkingen:
Een reactie posten