Toen ik die maandagochtend hierover aan het piekeren was...
en de laatste hand legde aan het schilderij, rinkelde plotseling de telefoon naast mij.
Ik was verbaasd de stem te horen van mijn oudere broer, die mij vanuit LA van zijn werk belde. ´Hello,´ klonk het door de telefoon, ´ik heb een ticket voor je gekocht, je kunt overmorgen met de KLM naar Amsterdam vertrekken!´
Met het penseel in de ene hand en de hoorn van de telefoon in de andere, stond ik voor mijn ezel en wist niet wat te doen. Ik keek op en staarde naar het schilderij van Maria als Turris Davidica.
Plotseling ging er een licht in mij op. Maria wilde misschien, dat ik het schilderij zélf naar Holland zou brengen! Dan kon ik het gemakkelijk veranderen op de aanwijzingen van Elisabeth, én kon het boek op tijd gedrukt worden!
´Oké!´ antwoordde ik. ´Ik ga! Dan kan ik het schilderij van Maria meenemen en zelf afleveren!´
Hij begreep het niet.
Daar hij van mij nog niet gehoord had, of van de familie, dat ik een schilderij van Maria aan het schilderen was voor Holland.
Koortsachtig begon ik in te pakken.
Het schilderij haalde ik van het spieraam af en rolde ik op, op een kartonnen rol. Het was te groot om opgespannen in mijn koffer meegenomen te worden, en los in de hand was gevaarlijk voor beschadiging en verlies. In Holland kon ik dan het linnen op een dik paneel plakken.
-
Zo vertrok ik in de vroege morgen van vrijdag, 30 januari 1981...
het was nog donker... met het schilderij van Maria, de Turris Davidica, naar het vliegveld van Los Angeles, op weg naar Holland! Groot was de verrassing in Valkenburg, waar ik zaterdagmiddag, 31 januari 1981, plotseling opdook, na bijna drie jaar weggeweest te zijn.
Na enkele dagen, zocht ik contact met het Pater Pio Centrum Dedemsvaart en vernam tot mijn verbazing dat men al wist dat ik in Nederland was. Ik hoorde tevens, dat eventueel Elisabeth mij woensdag 11 februari e.k. gaarne had willen ontvangen, en ik maakte gelijk een afspraak om naar Berlicum te zullen komen.
-
Woensdag, 11 februari 1981 was dus de grote dag...
dat ik Elisabeth zou ontmoeten...
en haar het schilderij van de Moeder Gods als Turris Davidica kon laten zien.
Het was de feestdag van de eerste Verschijning van Maria te Lourdes, in 1858.
Op 11 februari ging ik met de bus naar Berlicum, waar ik om 10min. over elf aankwam.
Elisabeth wilde het schilderij zien, dat ik opgerold bij mij had.
Ik zei haar, dat ze erop moest rekenen dat het een grote teleurstelling kon zijn, daar het menselijkerwijze gesproken onmogelijk was om de Moeder Gods gelijkend te schilderen, daar ik Haar nooit gezien had.
Elisabeth mocht eerst niet kijken, toen ik het schilderij ontrolde.
Elisabeth daarna draaide zich om, stond op van haar stoel aan de eettafel, en liep naar het schilderij.
Dit was het grote moment en iedereen wachtte met spanning af.
Ze bekeek langdurig en zwijgend het schilderij, liep achteruit om het geheel te kunnen overzien, en kwam weer naderbij om het Gezicht van Maria van dichtbij te bestuderen.
Eindelijk draaide zij zich om en zei ontroerd:
´Het is precies zoals ik Maria gezien heb, vanmorgen, ook de gelijkenis!´
-
We waren allen stomverbaasd.
Ik vroeg of de lucht goed was...
en Elisabeth zei dat achter Maria een donkere bewolkte lucht was, net zoals ik had geschilderd, en ook de kerkjes stonden in een donkergroen bos!
Even had ze gedacht dat de toren achter Maria iets breder was, en ik het te smal had geschilderd. Doch het bleek niet zo, daar de toren uit het midden van de schouders oprees, zoals mij was meegedeeld, en door de openvallende sluier werd afgesneden.
Elisabeth zei weer:
´Het lijkt precies op Maria zoals Ze vanmorgen verscheen. Ook die sterretjes in Haar Kleed, de één groter, de ander kleiner, de stralen die er uitschieten, sommige langer, sommige korter.´
Terwijl ze dit zei, wees ze op het schilderij de sterretjes en stralen aan op het kleed.
-
Verheugd gingen we eindelijk weer aan tafel zitten...
en we waren het er allemaal over eens, dat het een wonder was.
Hoe bestaat het, zei men maar steeds, dat iemand helemaal in Californië Maria schildert, op enkele gegevens en dat het sprekend gelijkt!
Ik zei tegen Elisabeth, die haar ogen maar niet van het schilderij af kon houden, dat ik het daar een paar dagen zou laten hangen. Dan kon zij het stuk rustig bekijken, en als er iets niet goed was, kon ik het zó voor haar verbeteren. De acrylverven en penselen had ik in mijn tas bij me.
Ik had verwacht, veel te moeten veranderen.
Misschien zou Maria over enkele dagen Zelf bevestigen...
dat het schilderij goed was...
[bron]
Geen opmerkingen:
Een reactie posten