zaterdag 30 november 2019

engelen (2)


5 Heeft God ooit tot een engel gezegd:
"Gij zijt mijn zoon. Ik heb u heden verwekt"? 
Of: "Ik zal een Vader voor hem zijn, en hij zal mijn zoon zijn"?

6 Wanneer Hij evenwel de eerstgeborene opnieuw de wereld binnenleidt, zegt Hij:
"Alle engelen Gods moeten Hem hulde brengen".

7 Terwijl Hij van de engelen zegt:
"Die zijn engelen tot stormwinden maakt. en zijn dienaars tot laaiend vuur"...

8 spreekt Hij over de Zoon aldus:
"Uw troon, o God, is voor altijd en eeuwig, 
en de scepter van het recht is de scepter van Zijn koningschap"...

9 "Rechtvaardigheid hebt Gij liefgehad, en onrecht gehaat.
Daarom, o God, heeft uw God U gezalfd met de olie der vreugde 
en U geplaatst boven uw gelijken".

10 En elders:
"In het begin, o Heer, hebt Gij de aarde gegrondvest
en de hemel is het werk van uw handen"...

11 "Zij zullen vergaan, Gij echter blijft. 
Zij zullen verslijten als kleren"... 

12 "Gij zult ze opvouwen als een mantel
gelijk een kledingstuk zullen zij verwisseld worden. 
Gij echter zijt dezelfde en uw jaren nemen geen einde". 

13 Heeft Hij ooit tot een van de engelen gezegd:
"Zet u aan Mijn rechterhand, totdat Ik uw vijanden 
gemaakt heb tot een voetbank voor uw voeten"?

14 Wat zijn zij anders dan dienende geesten, 
uitgezonden ten behoeve van hen 
voor wie het heil is weggelegd?


~Hebreeën 1~

Geen opmerkingen:

Een reactie posten