De volgende ochtend staat een journalist van AD Utrechts Nieuwsblad...
voor de deur waarachter meneer de B. 36 jaar gewoond heeft.
Hij ziet het naambordje met een voorletter en achternaam, ziet de gordijntjes die op het eerste gezicht al decennialang mee gaan. De journalist spreekt met omwonenden, hoort hoe een buurvrouw er nog beduusd van is. „Ik heb er niet van geslapen. Het idee dat er iemand vlak naast je al maanden geleden is overleden, doet pijn. Dat hij daar lag, terwijl ik tv zat te kijken. Verschrikkelijk toch?’’
-
De journalist hoort hoe ze vol respect over haar buurman praat, die ze altijd aansprak met zijn achternaam. Van voren heette hij René, zegt ze. Het contact was oppervlakkig, vluchtig, onregelmatig. Zoals hij met niemand écht contact had, zo leek het.
Later die dag wordt het verhaal dat de journalist schrijft gepubliceerd.
-
Politieagent Brons leest het en belt de redactie.
„De buren wisten niet eens dat zijn naam Robert is”, zegt hij, zijn stem fel. „Dat moet rechtgezet worden. Dat ze zijn echte naam niet weten, maakt het nog meer een opeenstapeling van triestigheid.”
"Er is een man gestorven en ik weet niet eens wanneer precies, niet hoe, ik weet alleen maar waar. Ik ken alleen het einde"...
Ondertussen buigen verschillende instanties zich over de situatie van meneer De B.
Zo’n casus komt een paar keer per jaar voor, maar is iedere keer compleet anders. Er moet veel uitgezocht worden. Is deze meneer verzekerd? Heeft hij nabestaanden? Wie kan of moet zijn uitvaart organiseren, en wie maakt de keuzes?
Uitvaartbegeleider Koen Kollaard regelt al het benodigde papierwerk, belt het crematorium, gaat langs de GGD omdat meneer volgens officiële maatstaven te laat wordt begraven, komt erachter dat diens uitvaartverzekering er door zijn verblijf in het mortuarium al doorheen is.
En dus betaalt Kollaard de laatste kosten die meneer De B. zal maken vanuit het bedrijf. „Ik kan hier heel moeilijk over doen, maar waarom zou ik? Deze man verdient een waardig afscheid, we gaan hier niet op beknibbelen. Hij krijgt ook gewoon een nieuwe kist. We zouden kunnen kiezen voor bijvoorbeeld een beschadigd exemplaar, maar dat wil ik niet.”
Kollaard kiest een lichte eiken-fineer houten kist met bijpassende handgrepen. Een model waarmee weinig mis kan gaan, weet hij. „Dit is in alle eenvoud nog steeds de meest gekozen kist.”
"Er is een man gestorven, het adres van waar hij werd gevonden in een huis dat het zijne was. Het was zijn thuis, dat doet er toe."
Op vrijdag 6 augustus zal de ‘technische uitvaart’ van De B. plaatsvinden in Nieuwegein.
‘Technisch’, omdat er geen persoonlijke rituelen zullen zijn, geen zaal gehuurd, en achteraf geen koffie met cake. Het is alleen de kist, die daar even zal verblijven, tot het ‘technische’ deel van de crematie begint. Maar wat gaan ze zeggen?
Kollaard benoemt hoe raar het voelt dat hij niks weet over de man in de kist. Hij weet slechts hoe de man heet, hoe oud hij was, waar hij woonde, waar hij overleed. Via Facebook en Google zoekt hij naar meneer De B. Hij vindt niks.
Kollaard besluit naar het huis van De B. te gaan, en spreekt daar een buurvrouw aan. Ze vertelt Kollaard hoe naar ze de situatie vindt. En wat ze van hem weet.
Hij woonde hier al sinds het appartement is gebouwd. Was klusjesman in zijn werkzame leven. En hij was graag in zijn vakantiehuisje. Dat was aan de Maarsseveense Plassen, of aan de Vinkeveense Plassen. Een huisje aan het water, in elk geval.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten