PSALM 19
De hemel verkondigt de majesteit Gods
het zwerk meldt het werk zijner handen.
De dag heft zijn roep tot de dag,
de nacht aan de nacht zegt de mare.
Geen spreken verluidt er, geen woorden,
geen taal voor het oor te verstaan.
maar hun maning vaart over het aardrijk
tot het einde der wereld hun aanroep.
En Hij schiep daar een tent voor de zon.
Hij verschijnt: als een bruidegom
die zijn bruidsvertrek uit komt getreden,
een held stralend - zo wil hij zijn baan gaan.
Van de hemelrand af is zijn opgang,
en zijn omloop keert tot de randen.
Niets is voor zijn lichtgloed verborgen.
-
De wet van Jahwe is volmaakt:
en behoedt de ziel voor verdwalen.
Jahwe's getuigenis waarachtig,
het schenkt onwetenden wijsheid.
Wat Jahwe bepaalt - dat is recht,
een verheugenis is het des harten.
Het gebod van Jahwe onaantastbaar:
het schept verheldering van ogen.
Het woord van Jahwe - het is feilloos,
standhoudend in eeuwigheid.
Jahwe's rechtsregelen zijn waarheid,
rechtvaardig is heel hun bestel.
Kostbaarder dit alles dan goud
een schat van het edelste goud,
en te proeven zoeter dan honing,
dan honing de raten ontvloeiend.
-
Ook Uw dienaar laat zich hierdoor vermanen.
Rijk geloond worden die dit betrachten.
Afdwalingen - wie onderscheidt ze?
Van verborgen gebreken heb ik geen weet.
Maar wil Uw dienaar voor hoogmoed bewaren:
nimmer krijge die over mij macht!
Zo zal ik dan zijn ongeschonden,
van vele overtredingen vrij.
Laat welgevallig zijn
de woorden van mijn mond
en wat mijn hart bepeinst
nu het verschijnt voor U, Jahwe,
mijn Rots, mijn Verlosser.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten