zondag 20 februari 2022

marie-jacques






haar drinkbeker



De heilige Maria van Oignies (†23 juni 1213)... 

was een Brabantse mystica. 

Ze werd geboren bij een welstellende burgerfamilie te Nijvel, in het hertogdom Brabant. Al op jeugdige leeftijd gaf zij tekenen van de diepe wens zich aan het goddelijke te wijden. Men merkte daarbij een buitengewone vroomheid en gestrengheid op. 

Ze wou ook maagd blijven. 

Maar aanvaardde op haar veertiende toch om te worden uitgehuwelijkt aan Jan van Nijvel, een gegoede burgerman uit de buurt. 




Beiden leefden enige tijd als koppel samen. Maria betrok haar jonge echtgenoot meteen bij haar ideaal van een religieus leven en kwam met hem overeen het huwelijk niet te consummeren en een leven van religieuze toewijding en armenzorg te leiden dat naar eigen opvatting welgevallig aan God zou zijn. 

Tot afgrijzen van familie en kennissen namen beiden hun intrek in de leprozerij van Willambroux, een wijk in het zuidwesten van het middeleeuwse Nijvel. Daar brachten ze meerdere jaren in dienst van de zieken door.

Samen verzorgden zij de lepralijders en besteedden een groot deel van hun bezittingen aan hen en aan de armen. Hun huis in Williambroux werd tot leprozerij omgebouwd. 

De aantrekkingskracht van de stralende persoonlijkheid van Maria en haar goede werken en mystieke ervaringen vergrootten haar aantrekkingskracht en beroemdheid in de wijde omgeving. Men schreef haar mirakels toe, omdat melaatsen genazen.








Toen het aantal bezoekende pelgrims en noodlijdenden erg groot werd...

was zij op zeker moment toe aan een leven in afzondering en onthechting en wenste te 'verdwijnen'. 

In 1207 besloot zij zich definitief terug te trekken om een leven als kluizenares te kunnen leiden in een cel nabij de priorij van Oignies, een dorp in de huidige gemeente Aiseau-Presles, aan de Samber, in de buurt van Charleroi. 

Aanvankelijk sloot ze zich aan bij een kleine gemeenschap van religieuze begijnen in de nabijheid.

Haar reputatie van heilige en spirituele wijsheid nam verder toe, zodat men haar van heinde en ver kwam opzoeken.






Zij oefende ook een grote invloed uit op Jacob van Vitry... 

de latere kardinaal die als theologiestudent in Parijs vertoefde en haar rond 1208 voor het eerst als biechtvader ontmoette. 

Zijn bewondering voor haar was dermate, dat hij een briljante carrière in Parijs de rug toekeerde en zich in Oignies vestigde, om er behalve haar officiële biechtvader ook haar discipel te worden. 

De bewondering en aantrekkingskracht van beide persoonlijkheden was wederzijds,en hij zou tot aan haar dood in Oignies blijven.

Aangezien zij als vrouw geen toestemming had om te prediken, overtuigde zij hem om in de kerk niet alleen de mis op te dragen, maar ook door prediking de gemeenschap daar tot het goddelijke woord terug te voeren. Hij bracht in zijn preken aan het publiek wat zij hem in hun spirituele ontmoetingen onthulde.




Zij wenste niet in een kloosterorde te treden met vaste regels... 

maar verkoos een vrije vorm van devoot leven, gepaard aan streng ascetisme, en handenarbeid. 

In de ontwikkeling van haar mystieke gave kreeg zij visioenen van God, kwam in extase en weende overvloedig bij meditatie over het lijden van Christus. 

Zo zag zij het Heilig Sacrament, de H. Johannes (evangelist) en haar engelbewaarder. 

Zij at geen vlees, kleedde zich in het wit en kastijdde haar lichaam met ontberingen. 

Hij bleef haar opzoeken tot aan haar dood in 1213.




In 1215 werd haar leven door Jacob van Vitry opgetekend...

als een van de weinige getuigenissen in de literatuur aangaande het leven van begijnen. 

Door hun toedoen werd het begijnendom door de Kerk aanvaard... 

al werd het een eeuw later sterk aan banden gelegd. 



Geen opmerkingen:

Een reactie posten