De Sint-Antoniuskapel (1299)...
in haar huidige versie (1617)...
is een kapel in de Belgische stad Leuven.
Ze staat op het Pater Damiaanplein, en is eigendom van de paters Picpussen sinds 1860.
De heiligen die er vereerd werden, zijn de Maagd Maria (va.13e eeuw), Antonius van Egypte (va.16e eeuw), Jozef van Nazareth (va.19e eeuw) en pater Damiaan/Jozef de Veuster (va.20e eeuw).
Pater Damiaan ligt er begraven in de crypte.
De studenten van de kapittelschool van Sint-Pieter en hun leermeesters kwamen er samen voor de verering van de Maagd Maria. De kapel werd genoemd Mariakapel of Capella Clericorum [kapel van de clerici]. De eigenaar was de stad Leuven.
Begin 1500 ontstond er een verering van de heilige Antonius van Egypte, deze heilige riep men aan tegen de pest. H. Antonius kreeg een apart altaar en een klok in de kapeltoren werd naar hem vernoemd. Vanaf 1539 volgden er jaarlijks processies voor Antonius. In de volksmond werd de kapel de Sint-Antoniuskapel genoemd. De Mariaverering verdween helemaal.
In 1617 werd de Sint-Antoniuskapel gebouwd in de versie die vandaag nog het uitzicht geeft. De stijl was laatgotisch. Er gebeurden nog restauraties in de 18e eeuw, en in 1780 werden bovendien de zijarmen van het transept afgesmeten wegens verkrotting. Op de plaats van de zijarmen werden kleine huizen tegen de kapel aan gebouwd.
Op 15 november 1797 sloot het Frans bestuur de kapel, zoals ze ook deed met de rest van de universiteit. Op hun beslissing werd het Bestuur der Leuvense Godshuizen eigenaar van de kapel en de godshuizen even verderop. Hun voornaamste taak was die godshuizen te beheren voor de behoeftige bevolking, en niet de kapel te gebruiken.
Zij verhuurden de kapel daarom als stoffenmagazijn of als schrijnwerkerij.
Ook Protestanten uit Leuven huurden de kapel van 1847 tot 1853.
De kapel en vier aanliggende huizen werden publiek verkocht in 1860.
De paters Picpussen kochten dit alles. De Congregatie bezat, vlak ernaast op de Antoniusberg, al een seminarie [voor hun priesters-missionarissen], het voormalig Divaeuscollege. De Picpussen renoveerden de kapel en heropenden haar in 1861 onder de naam Heiligdom van Sint-Jozef. Het was het begin van een belangrijke Jozefvererering in de 19e eeuw.
Duizenden pelgrims kwamen jaarlijks naar Leuven naar de Sint-Jozefskapel. Een glasraam met de negen Belgische provincies herinnert hieraan. Grote processies ter ere van Jozef volgden vanaf 1901. Door de toevloed van pelgrims kochten de Picpussen op de Ramberg een processiepark, het Sint-Jozefshof. In die tuin konden bedevaarders de zeven staties voor de heilige Jozef bezoeken. Centraal in de tuin was een heiligdom. De ingangspoort heeft als opschrift: Ite ad Josephum, 'Gaat naar Jozef.'
In 1936...
Zijn rustplaats werd de crypte van de Sint-Jozefskapel.
Dit gebeurde in aanwezigheid van koning Leopold III.
De crypte voor pater Damiaan bracht een stroom pelgrims op gang, ook vanuit het buitenland. De paters Picpussen waren genoodzaakt de kapel te herbouwen (1960-1961). De architecten slaagden erin de benedenruimte te behouden voor het mausoleum van pater Damiaan, en vandaaruit een trappenpartij te bouwen naar een hoger gelegen kapelruimte.
Van 9-18u.
[wiki]
Geen opmerkingen:
Een reactie posten