zondag 31 oktober 2021
ps 19b
ps 19a
'ps 19'
bertken 9
De goede Jozef hoorde de zoete stem van onze zoete vrouwe...
en werd erdoor gewekt.
Hij zag voor zich, onverbrand, de plek waardoorheen de vurige vlammen omhoog waren gekomen, en verwonderde zich zeer, en stond op en raakte het aan met zijn hand, en hij voelde matige warmte. Zo ging de goede Jozef, vol verwondering, terug naar Maria, om haar te vertellen wat hem overkomen was.
Toen hij in het huis kwam, waar onze Heer geboren was, toen zag de goede Jozef het zoete kind Jezus in de schoot van zijn lieve moeder liggen. Hij was daar blij om en raakte in zijn binnenste geheel verheugd door de zoetheid van zijn hart bij het aanschouwen van het zoete kind.
De oude vader Jozef viel op zijn knieën, en dankte God voor de openbaring die hem ten deel was gevallen, waardoor hij tot verheven inzicht was gekomen, en hij aanbad het zoete kind Jezus met grote liefde en ootmoed.
En hij verlangde ernaar te allen tijde naar vermogen onderdanig en dienstbaar te zijn aan het zoete kind Jezus en zijn eerbiedwaardige moeder.
Toen Jozef zijn gebed beëindigd had, kwam hij dichter bij Jezus, en Maria wikkelde het kind los, en Jozef kuste met grote eerbied de borst en de heilige handen en voeten van het zoete kind. En hij werd van grote blijdschap vervuld, en vertelde Maria wat God hem geopenbaard had. En Maria vertelde welk wonder aan haar geschied was.
Jozef werd begenadigd met groot helder inzicht, en door dat inzicht doorgrondde hij Maria volkomen, en wist hij zeker dat zij een zuivere maagd was en moeder van God.
Jozef maakte de kribbe klaar, en Maria wikkelde Jezus in, en legde hem opnieuw in de kribbe. Jozef was dienstbaar aan het zoete kind, en aan diens moeder, en hij volvoerde altijd hun verlangens zo goed hij kon.
Amen.
[af en toe herschreven...
originele tekst: Mi Quam...]
ps 19
bertken 8
Toen onze Heer geboren was...
en alles tot Gods lof volbracht was...
en Maria, de moeder van Jezus, haar kleren aan had en het zoet kind in de kribbe lag...
toen dacht de zachtmoedige Maria aan Jozef, de goede oude vader, die buiten het huis was.
Maria begon een paar woorden te zingen uit de psalm:
'De hemelen verkondigen Gods lof etc.
en zij nam met vreugde het kind Jezus uit de kribbe...
ging met hem zitten, en legde Jezus, haar beminde zoon, op haar schoot.
[af en toe herschreven...
originele tekst: Mi Quam...]
bertken 7
Toen Jozef met Maria gekomen was in het huis waar onze Heer zou geboren worden...
verheugden zij zich samen en dankten God ervoor dat zij een verlaten plek gevonden hadden, waar zij in dienst van God alleen konden zijn, niet gehinderd door de menigte mensen.
Toen zij samen het huis wat op orde hadden gebracht, en geschikt hadden gemaakt - zo goed ze konden - en Jozef een lantaarn met een kaars aan de wand van het huis had bevestigd, ging hij bij Maria zitten, en zij voerden samen een intiem gesprek. Zij haalden veel dingen van vroeger op waarin God hun troost en grote genade had geschonken.
-
Toen zij zo in vreugde zaten en hun gesprek bijna beëindigd hadden, zag Jozef dat de kaars aan de muur nagenoeg opgebrand was. En hij begon bezorgd te worden en was bang dat ze zonder licht zouden komen te zitten.
Opeens werd het toen zo licht in huis, dat Jozef zich verbaasde en zich - in ontzag - verheugde. En hij zag Maria aan en sprak tegen haar over haar verbazing. Maar Maria was stil en sprak weinig, want zij begon toen die hemelse spanning en het verlangen in haar binnenste te voelen, zoals hierboven beschreven staat.
Jozef zag de wonderbaarlijke verandering plaatsvinden in het gezegende gelaat van onze-lieve-vrouw. Zij werd zo buitengewoon licht, dat de goede Jozef uit eerbied zijn ogen niet durfde op slaan om naar Maria te kijken, want er gingen sterke lichtstralen uit van haar gezegende gelaat, met de snelheid als van bliksems, en wonderbaar grote vreugde was er rondom het huis.
Toen Jozef dit wonder zag en hoorde, ging hij met toestemming van onze-lieve-vrouw naar buiten om te kijken of hij iets zou kunnen ontwaren van dat wat de melodie teweeg bracht...
Aan Jozef, die buiten was om wonderlijke dingen te zien en te horen, werd veel wonderlijks getoond, waarmee hij getroost werd, de goede Jozef.
Ook zag hij een klein uitbouwsel aan het huis...
dat uit licht materiaal was samengevoegd en ineengevlochten was en ineengestrengeld.
En de goede Jozef zag dat daar vonken van afsprongen, en dat er grote vlammen uitsloegen, en dat erdoorheen rook opsteeg, zodat hij begreep dat er binnenin vuur was, waarover hij zich zeer verbaasde.
De goede Jozef herinnerde zich wat voor een groot licht God in het oude huis had doen opgaan, toen hij - Jozef - bang was dat ze te weinig licht zouden hebben. En hij dacht dat God daar ook vuur had gezonden, opdat hij er wat van zou halen om het in het huis te brengen waar hij uitgekomen was.
Hij ging dan ook dichterbij, de goede Jozef, en naderde de brandende plek zo dicht hij kon. De goede Jozef werd angstig van verbazing: er was daar zo'n hitte en zo'n zoete geur, dat het hart van de goede Jozef erdoor bevangen werd, zodat hij zitten ging en in slaap viel.
[af en toe herschreven...
originele tekst: Mi Quam...]
bertken 6
Hierna dankte Maria ook de Zoom Gods naar Zijn eeuwige godheid, die zich verwaardigde de menselijke natuur aan te nemen. Omdat Hij haar had uitverkoren Zijn moeder te zijn, en uit haar geboren was, verlangde zij ernaar Hem eeuwig dienstbaar te zijn, en moederlijke trouw te bewijzen in Zijn edele, tedere mens-zijn, en met Hem in uitzonderlijk liefde verbonden te blijven in tijd en eeuwigheid.
Met het verlangen naar deze liefde, kuste zij nog eens Jezus haar geliefde zoon op dezelfde wijze als daarvoor geschied was. Het zoete kind gaf haar blijken van liefde geheel naar haar wens, zodat haar zuiver hart onbegrijpelijke vreugde smaakte.
Hierna bracht zij met grote overgave dank aan de Heilige Geest, die wonderbaarlijk in haar gewerkt had, en met Zijn goddelijk vermogen alles onbegrijpelijk glorierijk tot stand gebracht had. En zij begeerde met een hart vol vreugde voor eeuwig te voelen de goddelijke goedheid, en zonder ophouden te eren en ten zeerste te orijzen de volmaakte Heilige Drievuldigheid: Vader, Zoon en Heilige Geest, één eeuwige, almachtige God in eeuwigheid zonder einde.
Met het verlangen naar deze overgrote liefde, nam de glorierijke moeder Gods haar geliefde zoon en drukte Hem vol liefde aan haar hart, en kuste Hem in zoet verlangen. En het zoete kind Jezus haf Zijn moeder goddelijke blijken van liefde, zo overvloedig, dat zij voldaan was.
En de moeder van Jezus nam de zoete Jezus, haar geliefde zoon, onze Heer, en wond hem in doeken, en legde hem neer in een kribbe. Toen schreide het zoete tedere kind Jezus: het dorstte naar de zoete maagdelijke melk van Zijn lieve moeder. En de zuivere maagd en moeder gaf meteen met grote liefde haar geliefde zoon haar maagdelijke borst. Het zoete kind Jezus was toen tevreden en zweeg.
Maria, Jezus' moeder, deed haar kleren weer aan en verzorgde zich zoals het haar ootmoedigheid paste, en verzorgde haar geliefde zoon, onze Heer, met grote zorg.
God zij dank.
[af en toe herschreven...
originele tekst: Mi Quam...]
bertken 5
"Hierna werd de moeder van Jezus, die in wonderlijke vrede rustte, met hulp van de engelen heel zacht ter aarde neergelaten, en met eerbied geplaatst op haar kleren die zij uitgetrokken had, en zij spreidden haar hoofddoek voor haar op de grond, en alle engelen samen die daar aanwezig waren jubelden zo zoet en verheerlijkten zo hoog, hun lofzang was zo intens verrukkelijk, dat geen mens op aarde dat begrijpen of vertellen kan.
Zo werd dit zoete kind Jezus met grote eerbied getoond aan zijn waarde moeder, en werd het voor haar neergelegd op haar hoofddoek, die op de grond lag uitgespreid. De engelen bleven daar allemaal omheen staan.
Toen dit zoete kind Jezus op de grond lag, gaf Zijn zoete stem een zacht geluid, een beetje verdrietig. Dit zoete kind Jezus wilde zelf Zijn moeder wekken en haar Zijn edele mens-zijn doen beschouwen. Toen Jezus' moeder een stemmetje hoorde dat menselijk geluid gaf, toen kreeg zij opeens het werkelijkheidbesef terug, en zag haar lieve zoon, onze Heer, voor zich liggen. Door het aanschouwen van haar zoete kind Jezus werd zij zo vol van nieuwe vreugde en jubelde zij in haar hart zo zoet, dat de melodie ieder bevattingsvermogen te boven gaat.
Terstond viel zij op haar heilige knieën met grote ootmoet en met innige vreugde voor haar geliefde zoon Jezus, en werd indachtig hoezeer dat zij in de eeuwigheid bemind en uitverkoren was door God de Vader, die door Zijn grondeloze goedheid zich verwaardigde in haar uit te storten de zeer wonderbare verborgen weelden van Zijn godheid. Hieraan gedachtig verootmoedigde zij lieflijk haar gart en uitte grote dankbaarheid.
Omdat zij van jongsaf aan verlangde de adeldom van haar maagdelijke zuiverheid te bewaren, en zij zichzelf met groot verlangen in eeuwige liefde met God verbonden had, begeerde zij in oprechte volgzaamheid voor altijd te blijven in die hoge verering.
Vanuit deze begeerte naar hoge minne, nam zij met grote eerbied haar geliefde zoon Jezus in haar heilige armen en drukte hem zeer verlangend aan haar borsten, en kuste hem zeer liefdevol op Zijn zoete mond. Het zoete kind vlijde zich even zoet tegen de borst van Zijn lieve moeder, en omvatte deze met Zijn heilige armen, en Jezus drukte zichzelf zo lieflijk tegen Zijn lieve moeder aan, dat zij daardoor grote jubel ervoer.
Het zoete kind Jezus bewees met lieflijke tekens dat Zijn hemelse Vader in eeuwigheid hetzelfde liefhad wat Zijn lieve moeder begeerde.
[af en toe herschreven...
originele tekst: Mi Quam...]
zaterdag 30 oktober 2021
bertken 4
"Toen zij zo stil in wonderlijke vrede verkeerde...
en haar geest zeer hoog verheven was...
toen baarde de moeder Gods haar zoon zo snel zonder hinder of letsel, te vergelijken met een pijl die door de lucht vliegt; zoals de pijl niet door de lucht wordt gestuit of gehinderd, noch de lucht wordt gekwetst door de pijl, zo kwam Gods Zoon ongehinderd ter wereld, en de moeder Gods bleef ongekwetst.
De glorierijke moeder Gods was zo hemels en goddelijk in haar gevoel, en in al haar krachten en ledematen door goddelijke beschikking zo hemels gemaakt, dat er niets was dat het snelle proces of de geboorte van onze Heer vertraagde, maar alles was tot dienstbaarheid aan God geordend en gereedgemaakt in zo hoge heerlijkheid en volmaaktheid als passend was bij de goddelijke waardigheid.
Het is zo wonderlijk te begrijpen en te beschouwen en zo hoog en diep te verstaan, dat ieder begrip dienaangaande tekort schiet. Het is onmogelijk met de zintuigen te vatten wat zo hoog, zo verborgen en zo goddelijk is. Hierom zij niemand zo overmoedig dat hij waant op enigerlei manier het verborgen werk van God met de zintuigen te vatten. God is almachtig, dat is genoeg.
De glorierijke moeder Gods, hoog verheerlijkt, bracht haar zoon voort met grote heerlijkheid. Zijn verschijning, zijn geboorte voltrok zich zeer snel in de volheid der tijden, gelijk een bliksemstraal. Zijn helderheid was zo helder en wonderlijk, dat geen helderheid daarmee te vergelijken is.
En zo werd de koning der glorie met glorie en met groot eerbetoon ontvangen door de hoogste hemelse geesten, die met alle engelenscharen die daar aanwezig waren, op hoge hemelse wijze een wonderlijk zoet nieuw lied zongen.
Zo, met hoge vreugde, vol verwondering, werd het zoete kind Jezus getoond aan de hoge hemelse geesten die van de drie hoogste koren de middelste waren [cherubijnen], die Hem met grote eerbied, vol verwondering ontvingen en met hoge vreugde ten zeerste loofden.
Daarna werd het zoet kind Jezus ook met hoog eerbetoon getoond aan de laagste engelen van de drie hoogste koren [tronen], die Hem ook met hoge verwondering in groot verlangen ontvingen, en in hoge jubel buitengewone blijdschap uitten."
[af en toe herschreven...
originele tekst: Mi Quam...]
bertken 3
"Toen al de hierboven beschreven hoge lofprijzingen hadden plaatsgevonden met niet te bevatten vreugde, waardoor Maria zeer wonderlijke jubel ervoer, zodat zij als het ware innerlijk gesteld was - rijzend en dalend met zeer zoet, heel melodieus geluid - als een hemelse citer, die seer kunstig bespeeld wordt om voort te brengen het allerbeste en edelste geluid dat men horen of zich indenken kan...
Toen zij zich zo van weelde vervuld voelde...
en de goddelijke stralen zo krachtig tot in haar hart schenen...
en zij begon te gloeien en doorschijnend te worden...
toen stond zij onverwijld op...
en ontkleedde zich van het hoofd tot de voeten...
tot op het kleed dat zij op het lichaam droeg.
Zo stond de glorierijke moeder...
en schitterde van binnen met hoge helderheid in verscheidene graden, hoog en nog hoger...
en heel haar kostbare lichaam was vochtig, alsof zij bedauwd was geweest...
en er ging een zo zoete geur van haar uit...
dat deze niet te vergelijken is met enig ander welriekend iets op aarde.
Deze vochtigheid werd niet met geweld van moeitevolle inspanning uit haar kostbare lichaam geperst, maar vloeide er door overvolle jubel zoetelijk uit. Want zij was niet alleen zonder pijn, maar vol hemelse genieting.
Zo stond zij, van de aarde verheven, omringd door veel engelen van de drie hoogste koren, die haar ten dienste stonden, en de dauw straalde van haar kostbaar lichaam juist alsof zij omhuld was met een helder blinkende wolk waardoorheen de stralen schenen van het goddelijk licht waar zij van binnen vol van was:
alsof die helderheid verdeeld was geweest, zo gingen van haar hoofdharen en van haar hele lichaam onbegrijpelijk veel schijnsels uit, stralen van de hoge goddelijke luister, waarin zij te beschouwen was, niet als aards menselijk, maar als hemels en goddelijk.
Rondom haar ontstond zo grote vreugde en zij was zo vol glorie dat geen mens de blijdschap in deze hoge glorie kan begrijpen waar zij vol van was. Zij steeg op van de ene hemelse genieting in de andere, en werd zo jubelend opgetrokken en binnen gevoerd tot in het hoogste en diepste, waar zij smaakte wat een mensenhart onmogelijk begrijpen kan.
In de hoge verborgen stilte, in de diepste genieting waarin zij was, baarde God in haar geest zo'n hoge onomvatbaarheid, dat haar geest zich zo buitengewoon verheugde dat de gewone jubel in haar tot volledige rust verstilde."
[af en toe herschreven...
originele tekst: Mi Quam...]
bertken 2
"Toen het uur naderde, dat Jezus geboren zou worden...
toen voelde Jezus' moeder een intense spanning of zoet verlangen in haar binnenste, geheel hiermee te vergelijken alsof een veelsnarig instrument zo uitzonderlijk kunstig bespeeld werd, dat een hart dat door het geluid werd geraakt van zo grote zoetheid en jubel vervuld zou raken, dat alle innerlijke krachten en verlangens zich erop zouden richten de melodie van het zoete geluid vollédig te vatten.
Zo nu was Maria, de moeder van Jezus, innerlijk geraakt en in zichzelf gekeerd, toen de tijd dat zij baren zou nabij was. Toen zij begon te voelen dat haar innerlijke verlangens hemelwaarts stegen - jubelend tot God - boog zij, gekeerd naar het oosten, zeer deemoedig onverwijld haar knieën ter aarde, vouwde haar heilige handen, en verenigde ook innerlijk al haar krachten, en gaf zo te kennen dat zij bereid was dienstbaar te zijn aan het wonderwerk dat God zou voltrekken door haar.
Terwijl zij in deze jubel verkeerde...
was Maria omringd door grote scharen engelen, die een diepzinnig hemels gesprek met haar voerden. Zij behoorden tot de drie hoogste engelenkoren [serafijnen, cherubijnen, tronen]. Die versterkten Maria met hoge blijdschap, door haar ten zeerste te roemen en hooglik te prijzen om haar uitzonderlijke waardigheid.
Zij prezen haar omdat zij door de almachtige God van eeuwigheid zozeer bemind en uitverkoren was, dat van den beginne besloten was in het hoge, diepe, eeuwige, unieke, geheime raadsbesluit van de Drie-Eenheid, dat zij zo diep in liefde met God verenigd zou worden, dat zij door de genade in bijzondere wijsheid en vereniging de natuur van de eeuwige Godheid en de glorie van de hoge Heilige Drievuldigheid zou genieten, aslof deze haar toebehoorden.
Zij prezen haar ook ten zeerste met grote eerbied hierom, dat in hetzelfde raadsbesluit van den beginne besloten was, dat zij moeder zou zijn van de eeuwige, enige Zoom van de eeuwige Vader, God almachtig, die vanuit een wonderbare, onbegrijpelijke oproep van Zijn eeuwige, eigen goedheid daartoe getrokken werd dat Hij zich uit vrije wil zou bekleden met de menselijke natuur, en geboren zou worden en zou verschijnen als een klein kind en een mensenzoon genoemd zou worden.
Om deze hoge uitverkieizing prezen de hoge, doorluchtige, zalige geesten met hoge vreugde die het verstand te boven gaat deze overschone, onbevlekte, zuivere maagd en glorierijke moeder, die niet alleen onbevlekt was, maar schitterend en glorierijk, en die glorieus zou voortbrengen, zou bare de hoge, diepe, verborgen, eeuwige, goddelijke Wijsheid van heel het grote, goede, volmaakte, eeuwige, onveranderlijke Woord Gods, 'oorsporng en einde, enz.'
Deze glorierijke Maria, glorieus verheven met hoge lof werd ook ten zeerste geprezen door de hoge, zalige geesten - die diepe, hoge schouwers im het mysterie van de onveranderlijkheid der hoogste waarheid - omdat het de enige, eeuwige Geest van de Vader en de Zoon, God zelf, van den beginne had behaagd, het verstrooide bijeen te brengen, te verzoenen, geheel en al te verenigen; en dat wat wat met Hem zelf, in Hem - eeuwig God, mens, volkomen Godmens, God, zonder begin - in den beginne onbegrijpelijk volkomen was, aan de verheerlijkte Maria duidelijk te maken, opdat zonder duisternis in haar en door haar geopenbaard zou worden het hoge, diepe, wonderlijke, goddelijke werk, dat niemand tot stand zou kunnen brengen dan God alleen; en dat in haar werd volbracht."
[af en toe herschreven...
originele tekst: Mi Quam...]
bertken 1
Be(e)rtken... Birgitta... Birgid...
Opmerkelijk: de namen zijn verwánt !
Houden ieder verband met het Eng. 'bright'... schitterend...
Maar dit terzijde...
Suster Bertken [1426-1514]...
die we allemaal kennen van haar zerk in de Choorstraat...
een van de vele anchorieten die de stad Utrecht indertijd rijk was...
zoals bijvoorbeeld ook Alyt Ponciaens in de toenmalige Jacobikerk...
(en er waren ook kluizen aan/in de Predikheren- en Geertekerk...)
die Suster Bertken dus...
bracht ons destijds in de Nederlanden, wellicht niet als enige...
het kerstvisioen van de heilige Birgitta van Zweden...
en dat ging als volgt !
[zie Bertken 2]
birgitta 7
Ook de Utrechtse kluizenares Suster Bertken [1426-1514]...
die zich had laten inmetselen aan de Buurkerk - nu het Museum Speelklok...
dochter van Jacob van Lichtenberg, telg uit de machtige Lichtenberg-familie...
die in het bezit was van het Lichtenberg-kasteel, nu onderdeel van het (oude) stadhuis...
haar vader evenwel als priester verbonden aan zowel de Utrechtse Dom als de Pieterskerk...
herschrijft (op haar eigen, schitterende wijze!) het kerstvisioen van Birgitta !
Ze noemt evenwel Birgitta niet, maar heeft het over "een persoon, behorend tot de geestelijke stand" die "de geboorte van onze Heer ervaren heeft zoals hierna ten dele beschreven is".
De tekst is zo mooi...
dat ik hem u niet wil onthouden !
Zie hiervoor de artikelen die nu volgen onder het kopje "bertken" !
[bron]
birgitta 6
De visioenen die Birgitta van Zweden beschreef...
hadden grote invloed op de vroomheid en de manier waarop bijbelse taferelen in de beeldende kunst daarna werden uitgebeeld.
Tijdens haar pelgrimstocht naar het Heilige Land in 1372, beleefde Birgitta de geboorte van Jezus als in een droom: de maagd deed haar schoenen uit, legde haar jas naast zich neer, en nam de sluier van haar hoofd, zodat haar gouden haar zich uitspreidde over haar schouders. Na de geboorte, knielde ze voor het pasgeboren kind, dat naakt op de grond lag. Uit Hem kwamen stralen helderder dan de zon...
Terwijl de Maagd Maria meestal werd afgebeeld als een vrouw in het kraambed, met Jezus als baby op de schoot, begonnen kunstenaars nadat dit visioen bekend werd, Maria geknield af te schilderen, met loshangend haar en zonder schoenen, het naakte kind dat voor haar op heilige grond ligt aanbiddend.
Het goddelijke Kind rust niet meer met luiers in het kraambed, en ook niet in een wieg met stro. Verder valt op dat de gebruikelijke details, zoals de kribbe met os en ezel en de aankondiging aan de herders, slechts incidenteel nog worden behandeld of naar de achtergrond worden geschoven.
De eerste bij naam bekende kunstenaar...
die dit nieuwe type voorstelling heeft gerealiseerd, is Niccolò di Tommaso [†1376].
Tekstgetrouw werd het visioen van Bethlehem in beeld gebracht door Rudolf Stahel [†1528].
[wiki]
birgitta 4
birgitta 3
vrijdag 29 oktober 2021
lerares 5
Het proces van heiligverklaring...
werd op 4 juli 1963 geopend...
in de kapel van de aartsbisschoppelijke Curie van Medellín, de kerkelijke rechtbank werd aangesteld om de geschriften te doorzoeken en het informatieproces te instrueren over haar reputatie van heiligheid, haar deugden in het algemeen en de mogelijke verrichte wonderen van de Dienaar van God.
Dit proces, dat vijftig jaar heeft geduurd, bereikte zijn hoogtepunt met de goedkeuring van het wonder dat werd verricht op dokter [anesthesist] Carlos Eduardo Restrepo Garcés, die zich had toevertrouwd aan de zalige Laura Montoya in zijn ernstige ziekte, die volgens de voorspellingen ongeneeslijk was.
[bron]