Maar tijdens die nacht stond hij op...
en stak met zijn twee vrouwen, zijn twee slavinnen en zijn elf kinderen...
het wed van de Jabbok [zijrivier Jordaan] over.
Toen Jakob hen met zijn bezittingen over de rivier gebracht had, bleef hij alleen achter.
En een man worstelde met hem, tot het aanbreken van de dageraad. Toen de man gewaar werd dat hij Jakob niet aankon, stootte hij hem bij de worsteling boven tegen de heup, zodat die ontwricht werd.
Daarop zei de man: `Laat mij gaan, want de dageraad is aangebroken.'
Maar Jacob antwoordde: `Ik laat u niet gaan, wanneer gij mij niet zegent.'
De man vroeg: `Hoe is uw naam?'
En Jacob gaf ten antwoord: `Jakob.'
Toen zei hij: 'Voortaan zult gij geen Jakob meer heten, maar Israël.
'Want gij hebt met God gestreden en met mensen...
en gij hebt hen overwonnen.'
Gustave Doré
Nu vroeg Jakob:
`Maak mij uw naam bekend.'
Maar hij zei: `Waarom vraagt ge naar mijn naam?'
Toen gaf hij hem ter plaatse zijn zegen.
Jakob noemde die plaats Peniel...
`want - zo zei hij - ik heb God gezien van aangezicht tot aangezicht...
en ik ben toch in leven gebleven.'
fresco St. Sophia Kiev
De zon ging op, zodra hij Peniel voorbij was.
Sindsdien was hij mank aan zijn heup.
Vandaar dat de Israëlieten tot op de huidige dag de spier die boven aan de heup ligt niet eten...
omdat God Jakob boven tegen de heup, tegen de spier van het heupgewricht, had gestoten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten