dinsdag 17 november 2020

valtorta 6

Tegenover de man en de vrouw, bedorven door Satan... 

wilde God de Mens stellen... 

geboren uit een Vrouw die God boven alles had verheven tot een hoogtepunt, waardoor Zij baarde zonder een man te hebben bekend. Een Bloem die een Bloem baarde. Zonder de noodzaak van zaad. Maar louter en alleen door de kus van de Zon, op de onbevlekte kelk van de Lelie Maria.

De revanche van God!




Sis je gal maar, Satan, terwijl Zij wordt geboren. 

Dit kleine kind heeft je overwonnen! 

Nog voor jij tot Rebel werd, tot Huichelaar en Verderver, was jij reeds de Overwonnene, en Zij is jouw Overwinnares. Duizend uitgeruste legers vermogen niets tegen jouw macht, wapens van mensen vermogen niets tegen jouw pantser, o Eeuwig blijvende, en er bestaat geen wind die de stank van je adem zou kunnen wegwaaien. 

En toch... deze kinderhiel, die zo rozig is als het binnenste van een camelia, die zo glad en zacht is dat in vergelijking daarmee zijde ruw is, die zo klein is dat zij in de kelk van een tulp past en zich daaruit schoentjes zou kunnen maken... 

Zie, Zij nadert je zonder vrees. 

Zie, Zij sluit je op in je kooi. 

En toch zie, Haar schreien jaagt jou op de vlucht! 

Jou, die voor legers niet bevreesd bent. 

En Haar adem reinigt de wereld van jouw stank. 

Je bent overwonnen! 

Haar naam, Haar blik, Haar zuiverheid... zijn lansen, bliksem en stenen die jou doorboren, die je terneerslaan, die je opsluiten in het hol van je hel, o Vervloekte, die God de vreugde hebt ontnomen Vader te zijn van alle geschapen mensen!



Tevergeefs heb je ze verleid... 

die onschuldig zijn geschapen. 

Door hen te brengen tot het kennismaken en verwekken van kinderen langs de dwaalwegen van de zinnelijke wellust, heb je God ervan beroofd voor Zijn geliefde schepselen de Gever van kinderen te zijn... 

volgens de regels die, wanneer ze in acht genomen zouden zijn op aarde, een evenwicht behouden zouden hebben tussen de geslachten en de rassen... 

waardoor oorlogen onder de volkeren... 

en tweedracht in de families... 

vermeden zouden zijn.


~Epos God-Mens (VIII)~

Geen opmerkingen:

Een reactie posten