De sfeer in Gorcum werd gespannener.
Ook katholieken durfden zich meer en meer in het debat te mengen.
Om te voorkomen dat dit zou escaleren, werden de gevangenen tot op hun ondergoed uitgekleed en met de boot eerst naar Dordrecht en daarna naar Den Briel gebracht.
Daar wachtte hen een honend onthaal:
"On 6 July 1572, they were thrown half-naked into the hold of a ship and removed to Brielle. Stopping at Dordrecht, they were exhibited for money to the curious..."
Op de kade stond een galg opgesteld, waaromheen de gevangenen enkele rondjes moesten lopen. Ondertussen moesten ze het Salve Regina en andere Mariahymnen zingen, en deed de beul alsof hij de galg klaarmaakte voor hun executie.
Dat was echter slechts intimidatie: zogenaamd ‘in processie’ moesten de geestelijken door het centrum van Den Briel trekken, waar alweer een galg stond opgesteld. Ditmaal moesten ze onder andere het Te Deum en de Litanie van alle Heiligen zingen...
-
"De geuzen eisten een Mariahymne.
Even zwegen de stemmen.
Dan, ineens, klonk de stem van de simpele Govaert van Duynen. Met ongekende helderheid van geest verwisselde hij het slotgebed met de oratie van het feest van Onze Lieve Vrouwe van Zeven Smarten: 'interveniat pro nobis'...
'Spreke, zo smeken wij, O goedertierene Heer Jezus Christus, Uw Moeder de H. Maagd Maria, nu en in het uur van onze dood, voor ons bij U ten beste. Zij, wier allerheiligste ziel in het uur van Uw lijden met het zwaard der droefheid werd doorboord. Gij, die leeft in de eeuwen der eeuwen...'
Zijn medebroeders antwoordden met ingehouden stem:
'...Amen'.
Er viel een ongewone stilte.
Het volk werd getroffen bij de aanblik van de geloofsgetuigen.
Ooggetuigen verklaarden later, tijdens het verhoor in het proces der zaligverklaring, dat zij diep geroerd waren door de vrede en de overgave die afstraalden van het aanschijn van de martelaren."
-
Ze werden opgesloten in de gevangenis.
Daar vertoefden nog drie andere katholieken, die ook op hun executie wachtten. Steeds meer mensen, onder andere de zus van priester van Veghel en de twee protestantse broers van Claes Pieck, probeerden voldoende geld op te brengen voor de vrijlating van de gevangenen. Of praatten op Lumey en andere geuzen in om de voltrekking van de doodstraf af te wenden.
Brant deed nog een poging contact te krijgen met Willem van Oranje. Op 7 juli kwam Willems bericht bij hem aan, waarin hij aangaf dat de gevangenen absoluut vrijgelaten moesten worden. Brant stuurde een kopie van dit bericht naar Lumey.
Toen Lumey las dat de van oorsprong eenvoudige turfschipper Brant zich ‘mijne Heere’ liet noemen, ontstak hij in woede over zoveel grootheidswaan.
Later drong het bovendien tot hem door dat hij slechts een kopie van Willems bevel had gekregen. Hij voelde zich beledigd en besloot de orders van de prins te negeren.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten