donderdag 18 februari 2021

licht-spel

"Met Veronica als kind speelde Jezus grapjes als Kind... 

met Veronica als volwassene speelt Jezus als Minnaar en als Echtgenoot.

In het jaar 1702 is Veronica 42 jaar oud, en vertelt ze hoe God nog steeds 'spel' gebruikt...

om haar vooruit te helpen in haar liefdevolle eenheid met hem.



Voor ze beginnen, lijkt het erop dat Hij haar steeds wil voorbereiden... 

door haar te informeren waaruit het spel zal bestaan: het zal 'een lichtspel' zijn.

Veronica, die op haar weg de daden van liefde vermenigvuldigt en iedere dag nieuwe en steeds extravagantere dingen toevoegt, kon nu paradoxaal genoeg alleen verliefd worden als ze accepteerde om iets van zichzelf af te nemen.

Het is wonderbaarlijk om te zien hoe de goddelijke Wijsheid haar ertoe brengt zich bewust te worden van de obstakels die er in haar zijn. Door een speelse dialoog, waarin het lijkt alsof God haar iets onmogelijks vraagt, terwijl Veronica beetje bij beetje beseft dat dit verzoek in werkelijkheid een genade is, en dat ze klaar is om die te ontvangen.

Dialoog wordt dan 'lichtspel', waarin Veronica naar haar vorige leven kan kijken vanuit het gezichtspunt van God zelf, en alle ijdelheid kan herkennen van sommige van haar daden en gedragingen, waarin egoïsme en plezier de overhand hadden.

Veronica zal begrijpen dat ze kostbare kansen heeft verloren. Zal erkennen dat ze heeft 'gespeeld'... Zal ontdekken dat ware verfijning, in het spel van de liefde, ligt in de wetenschap hoe alles te verliezen zodat de Ander wint.




'Vanmorgen, tussen acht en tien uur, had ik een opname met het visioen van Jezus die om mijn hart vroeg, en het leek erop dat mijn ziel en Jezus een dialoog met elkaar aangingen.

De ziel zei: Vraag me niet naar mijn hart, want het is al van jou, absoluut !!

Toen antwoordde Jezus: Dat is niet waar !

De ziel antwoordde: Het is van jou !

En Hij opnieuw: Niet waar !

Ze voegde eraan toe: Maar ik ben van jou ! Mijn hart, mijn lichaam, al mijn gevoelens... ze zijn allemaal van jou, mijn God ! Ik wens me te conformeren aan jouw heilige wil !

En ik was goed overtuigd van wat ik zei, maar Hij bleef me vertellen dat ik niet de waarheid sprak.

Ik voelde mijn hart zo oplichten, ik was klaar voor alles voor Hem. 

Maar Hij herhaalde: Meer, meer, méér ! 

Toen begreep ik dat er belemmeringen in mij zaten, die ik had moeten wegnemen. Hij stelde me voor aan enkele van mijn fouten. Namelijk dat ik koel handel. En soms is er zelf-liefde in mijn gedrag, ik zoek vooral mijn eigen plezier, en meng er ook menselijk respect in mee...'

-

'Ik was onder de indruk van een speciaal 'licht' over de deugden. 

En het gevoel waarmee ze moeten worden beoefend.

Alle deugden hebben hun wortels in nederigheid. Wat het moeilijkste is. Aangezien onze natuur helemaal doordrenkt is van hoogmoed. Ieder werk schrijft ze toe aan zichzelf, aan haar eigen bekwaamheid en vindingrijkheid. 

Onze natuur zit zo verborgen in de modder van ijdele eer, dat ze niet eens beseft dat dit een kwaad is. Omdat eigenliefde het allemaal bedekt, met een schijn van deugd, erg vals, en met zulke subtiele misleidingen, dat het moeilijk is voor het individu om ze te herkennen.

Wel, van dit kwaad en soortgelijke misleidingen, heeft God er zoveel voor mij onthuld dat het mij lijkt dat ik kan zeggen dat er geen actie in mij is waarin deze gebreken niet aanwezig zijn. Alles hangt af van het al dan niet gebrek aan nederigheid en aan gebed. Ik ben te gehecht aan mezelf.'



'Oh God, wat een pijn was het om zoveel fouten in mij te zien. 

Deze 'lichten' en deze kennis sporen me aan om zorgvuldig in het boek van mijn geweten te kijken. Ik vind daar altijd weer nieuwe dingen. Oh! Wat een ellende heb ik! Ik zou het onmiddellijk uit mezelf willen verwijderen... Soms, als ik kon, ging ik naar mijn biechtvader, en biechtte midden op het plein, waar ik hem ook maar vond!'

-

'Met dit licht over mijn gebreken... 

en met de pijn ervan... 

voelde ik me volledig getransformeerd, alsof er een grote berg van me af was getild. Tevoren voelde ik een zwaar gewicht en opeens voelde ik het niet meer, en mijn geest bleef in vrede en volledig verzonken in God.

Daarvoor leek ik in grote duisternis te zijn, zag ik alles vertroebeld door de vele gebreken die ik had. Toen opende God - met zijn zachte, heilige genade en licht - mijn intellect om al dit kwaad te begrijpen en het te vluchten.

Dank boven dank aan God, en wel om mij mijn zonden te leren kennen, door mij onmiddellijk pijn te bezorgen. Het lijkt mij dat dit een zeer bijzondere genade is!'"


[bron]

Geen opmerkingen:

Een reactie posten