'Op vijftienjarige leeftijd werd Mariana novice...
en een aantal jaren later was ze klaar om volwaardige kloosterzuster te worden.
Bij het afleggen van haar geloften in de handen van Moeder Maria Taboada, viel ze al spoedig in een verheven extase. Terwijl zich op aarde op haar lippen de woorden vormden van haar geloften en haar lichaam volgzaam bekleed werd met het ordekleed, was haar ziel in de aanwezigheid van God onze Heer.
Onze Heer stelde Zijn eigen kruis voor aan Zijn bruid, en toonde haar al het enorme lijden, vervolging, ziekten en verleidingen die ze zou ondergaan tot Zijn Wil en in ons belang. Hij bespaarde haar enkel de verleidingen tegen de zuiverheid. Nooit had ze de kleinste gedachte of neiging versus deze engelachtige deugdzaamheid.
Na haar geloften...
verscheen onze Heer opnieuw aan Moeder Mariana...
en gaf haar het schema dat ze moest naleven in de vrije uren van de gemeenschap, en de boetes die ze moest doen tijdens de week. Deze boetes waren zo streng, dat Moeder Maria Taboada vreesde voor haar gezondheid.
Maar in een ander visioen plaatste de Heer een druppel van kristalwater uit zijn gewonde zijde op Mariana’s lippen, en sterkte haar op prachtige wijze in alles wat Hij van haar vroeg. De boetes die door deze 'engel in mensenvlees' werden gepraktiseerd kunnen enkel worden begrepen in het licht dat ze geroepen werd om een slachtoffer te zijn voor de twintigste eeuw.
Nagenoeg heel haar lichaam was omwonden met prikkeldraden, tot zelfs haar oren toe. Enkel haar gelaat en handen werden vrijgelaten. Aldus leefde ze een leven vol van gebed, boete en een steeds grotere deugdzaamheid.
Dan komen we tot de dag, in het jaar 1582...
dat ze aan het bidden was voor de Eucharistische Heer...
toen ze plots de kerk, behalve het hoofdaltaar, omhuld zag in duisternis...
Plots hoorde zij een schrikwekkend gedreun, en zag de Kerk omhuld in een dikke, donkere rook. Enkel het hoofdaltaar bleef verlicht zoals bij volle daglicht. Daar opende zich de deur van het tabernakel, waaruit de Gekruisigde Jezus naar voren kwam, genageld aan een levensgroot kruis. De Heilige Maagd Maria, de Heilige Johannes Evangelist en de Heilige Maria Magdalena stonden beneden het kruis, zoals op Golgotha. Christus verkeerde in doodstrijd.
Toen hoorde de jonge kloosterzuster een stem: "Deze straf is voor de twintigste eeuw"... Daarop zag ze drie zwaarden hangen boven het hoofd van Christus, elk met een opschrift. Op het eerste stond geschreven: "Ik zal de dwaalleer bestraffen." Op het tweede: "Ik zal de godlastering bestraffen," en op het derde: "Ik zal de onzuiverheid bestraffen."
Daarop richtte de Heilige Maagd zich tot de jonge zuster: "Mijn dochter, wenst u zichzelf op te offeren voor deze mensen?"... "Ik ben er klaar voor," antwoordde ze. Meteen boorden de drie zwaarden zich in het hart van de jonge vrouw, en ze viel als dood neer door de hevige pijnen.''
[bron]
Geen opmerkingen:
Een reactie posten