In 1936...
ging aartsbisschop De Jong op bezoek bij de toenmalige koningin Wilhelmina.
Het was gebruikelijk dat bestuurders van kerkgenootschappen zich kwamen voorstellen bij het staatshoofd. In die dagen was het koningshuis nog sterk verbonden met de Nederlands Hervormde kerk. De paapse onderdanen hoefden nooit op veel belangstelling van de koningin te rekenen. Tot de eerste oorlogsjaren stond de koningin gereserveerd tegenover haar katholieke onderdanen. Zij was niet overtuigd van hun trouw aan vorst en vaderland
De aartsbisschop was vergezeld van zijn secretaris Jan Geerdinck.
Nadat ze bij de koningin aan de theetafel waren aangezeten, kreeg de bisschop van de koningin de vraag: 'Mijnheer, uit welk deel van mijn koninkrijk bent u afkomstig?'
De bisschop was wat verbijsterd door die vraag, hij had graag verteld over zaken die het katholieke volk betrof. Echter, hij redde zich ermee en vertelde dat hij van het eiland Ameland afkomstig was.
Het gesprek ging verder over koetjes en kalfjes maar veel diepgang had het niet. Op de terugweg in de auto bleef de bisschop een tijdje stil.
Op een gegeven moment zei hij tegen Geerdinck: 'Jan, dit was een waardeloos bezoek.'
Het had dus niet gebracht wat hij gehoopt had.
Wilhelmina vluchtte op 13 mei 1940...
met haar dochter, schoonzoon en twee kleinkinderen naar Londen.
In de kerken werd gebeden voor de koningin.
Kerkelijke brieven, de verzetsbrieven, werden in de oorlogsjaren via het geheime kanaal in Zwitserland bezorgd met de bedoeling dat ze naar London belandden. Dominee Visser 't Hooft was contactpersoon tussen kerken in verschillende oorlogvoerende landen. Hij droeg bij aan het geheime berichtenverkeer tussen het verzet in Nederland, koningin Wilhelmina en de regering in ballingschap.
Echter deze protestantse dominee die stuurde de katholieke verzetsbrieven niet door. Met als gevolg dat Wilhelmina dacht dat het katholiek volksdeel niet of weinig in het verzet actief was. Dit in tegenstelling tot het protestantse deel der bevolking.
Pas toen de verzetspater Bleijs in 1944 naar Londen ging...
ontstond er een ander beeld.
Zaterdagochtend, 14 mei 1945...
reed de bisschop samen met dominee Gravemeyer richting Anneville (Ulvenhout), waar de vorstin de beide voormannen van christelijk Nederland voor een lunch had uitgenodigd.
Aan tafel zat de koningin tussen hen in. De dominee ergerde zich eraan dat de koningin De Jong aan haar rechterhand liet zitten en hem ook het eerst liet bedienen. Hij zag hierin een achterstelling van Protestants Nederland. Dertig jaar later was hij daar nog boos over.
Ze vertelde van de reis naar Engeland in 1940. De koningin en de bisschop waren lang bijeen, en dat gesprek zou Jan de Jong diep treffen. Hij zou er dikwijls over spreken welk een geloof hij in de vorstin had gevonden. Getuigend van haar verbondenheid met de Heer - en in Hem met allen, ook met de katholieken uit haar volk - bevestigde zij de bisschop dat dit geloof haar enige steun was geweest in de verschrikkelijke jaren van de oorlog.
Er volgden meer gesprekken, ook met prinses Juliana en de prins, maar de indruk van dit gesprek bleef hem altijd bij. Haar met de paplepel ingegoten afkeer van het katholicisme had zij in en na de tweede wereldoorlog afgeschud. De flinke houding van de katholieke geestelijkheid en gelovigen tegenover het nationaal-socialisme had haar stoutste verwachtingen overtroffen.
In december 1945...
was aartsbisschop De Jong op Ameland.
Daar kreeg hij een hartelijke telegram van Wilhelmina dat hij de hoogste burgerlijke onderscheiding zou krijgen: drager van het Grootkruis van de Nederlandse Leeuw. In die dagen werd ook bekend dat de paus hem tot kardinaal had verheven. Een ongekend feest, toendertijd.
Op 8 oktober 1947...
werd Prinses Marijke gedoopt in de Domkerk te Utrecht.
Groothertogin Charlotte van Luxemburg was als meter aanwezig. Sir Winston Churchill was peter, maar hij was niet als persoon aanwezig. Wie wel prominent aanwezig was, was kardinaal De Jong, wat bij sommige protestanten wrevel wekte.
Hij had een zitplaats gekregen direct achter de eerste rij, in de nabijheid van de koninklijke familie. De vertegenwoordigers van de protestantse kerken zaten enkele rijen verder. De verklaring daarvoor was dat de kardinaal drager was van een hoge onderscheiding, het Grootkruis van de Nederlandse Leeuw...
Door zijn houding in de tweede wereldoorlog...
had de kardinaal de sympathie van koningin Wilhelmina verworven en ook met het Prinselijk paar onderhield hij vriendschappelijke banden.
Toen prinses Juliana op 14 oktober 1947 voor de eerste keer de Eed op de grondwet aflegde in de Ridderzaal, was kardinaal De Jong ook daarbij aanwezig, en dit keer leidde dat tot commentaren in het dagblad Trouw. Nederland had zijn verzuiling weer terug.
In 1951, bij zijn afscheid als aartsbisschop...
en intrek in het zusterhuis van OLV te Amersfoort.
Onder de vele brieven in die dagen, was er één van koningin Juliana. Zij getuigde dat de wijze waarop hij de problemen van de bezetting het hoofd had geboden, een voorbeeld was geweest voor het volk en dat dit steeds in haar herinnering zou blijven.
Haar moeder prinses Wilhelmina schreef hem dat ze met genoegen zou terugdenken aan de gesprekken met hem, waaruit zijn warme vaderlandsliefde haar tegemoet was gekomen.
In 1955, bij zijn overlijden, stond er een grote krans van witte anjers naast zijn kist, afkomstig van prinses Wilhelmina. Voor de man van het verzet, van de vrouw van het verzet.
In nog geen 10 jaar tijd...
was de verhouding tussen de Oranjes en de katholieke kerk ingrijpend verbeterd.
Het katholieke huwelijk van prinses Irene gaf in de jaren '60 nog veel onrust. Maar met het huwelijk van de kroonprins met de katholieke Máxima werd de gelijkschakeling tussen de christelijke godsdiensten wel voltooid...
In de Catharijne kerk in Utrecht is in dezelfde jaren '60 een Vredeskapel opgericht ter ere van kardinaal De Jong. Op dit kunstwerk zitten o.a de verzetsfiguren kardinaal De Jong, koningin Wilhelmina, dominee Gravemeyer, Edith Stein en Titus Brandsma.
[bron]
Geen opmerkingen:
Een reactie posten