CARTA DE AMOR
liefdesbrief
Rotzooi niet met me, ik ben niet alleen
Ik loop niet alleen, ik loop niet alleen
Rotzooi niet met me, niet.
Rotzooi niet, ik ben niet alleen
Ik loop niet alleen, ik loop niet alleen
Ik heb Zumbi, Besouro, opperhoofd van de Tupi
Ben Tupinambá, heb de Erês, Caboclos, Boiadeiro
Genezende handen, morubixabas, verentooi, regenboog
Blaaspijpen, vergiften, pijlen en altaren
Met de snelheid van het licht
In het donker van het donkere bos
De toonhoogte, de stilte, het wachten
Ik heb Jezus, Maria en Jozef
Alle sjamanen in mijn gezelschap
Het Kind Gods speelt en slaapt in mijn dromen
De Dichter vertelt me
Rotzooi niet met me, ik ben niet alleen
Ik loop niet alleen, ik loop niet alleen
Rotzooi niet met me, niet.
Rotzooi niet met me, ik ben niet alleen
Ik loop niet alleen, ik loop niet alleen
Ik meng niet, ik plooi niet
De Sterre der Zee loopt hand in hand met mij
Ze leert me de dans van de golven
En zingt, zingt, zingt, zingt voor mij
Het is van het goud van Oshun
Dat het harnas is gemaakt
Dat mijn lichaam bewaakt
Beschermt mijn bloed, mijn keel
Het gif van het kwaad vindt geen doorgang
En in mijn hart doet Maria Haar Licht aan
En toont me de Weg
Ik bezwijk voor de wind
Ik rijd op de straal van Iansá
Ik draai de wereld, draai, en draai
Ik ben in Recôncavo, ik ben in Fez
Ik vlieg tussen de sterren, speel dat ik één van hen ben
Ik traceer het Zuiderkruis met de fakkel
Van het vreugdevuur van de Kleine Johannes
Ik bid met de Drie Maria's, en ga verder
Ik trek me terug in de pracht van de nevels
De rust in de valleien, de bergen
Ik slaap in de smidse van Ogun
Duik in de hitte van lava van vulkanen
Het levende lichaam van Shango
Ik loop niet in zwart, ik loop niet in duister
Ik loop niet in zwart, ik loop niet in duister
Het is waar ik ga dat de heilige me neemt
Het is waar ik ga dat de heilige me neemt
Ik loop niet in zwart, ik loop niet in duister
Ik loop niet in zwart, ik loop niet in duister
Het is waar ik ga dat de heilige me neemt
Het is waar ik ga dat de heilige me neemt
Angst grijpt mij niet
In de woestijn hervind ik mezelf
Een slang laat ik in zijn staart bijten
Schorpioen wordt vuurvliegje
Mijn voeten krijgen balsem
Zachte zalven uit de handen van Maria
Zuster van Marta en Lazarus, in de oase van Bethanië
Persoon die ik alleen loop, bewust van de tijd
Die niet begint, niet eindigt, nooit is, altijd is
Het is tijd om de nobele koperschaal te merken
Die de Koning balanceert
Fulmineren de onrechtvaardigen
Het is pure gerechtigheid
Ik proef je gal niet
Ik stap niet op je grond
En waar jij ook gaat, mijn naam krijg je niet
En waar jij ook gaat, mijn naam krijg je niet
Ik proef je gal niet
Ik stap niet op je grond
En waar jij ook gaat, mijn naam neem je niet
En waar jij ook gaat, mijn naam neem je niet
Waar ga je dan heen, jij dappere?
Je droogde op, je slapeloze ogen droogden op
Ze zien het gras niet dat vrij en groen groeit, ver van jouw blindheid
Je oren gesloten voor elke muziek, voor ieder geluid
Goed noch kwaad denken aan jou
Niemand verkiest je
Jij stapt op de aarde
Maar je voelt haar niet, je stapt er gewoon op
Dwaalt over de planeet en hoort je pianotoetsen niet eens meer
Je bent zo mager dat zelfs de duivel jou niet wil, je hebt geen ziel
Jij bent de holte van de holte van de holte van de einde-loze wereld
Wat van jou is, is al opgeslagen
Ik ben niet degene die het je zal geven
Ik ben niet degene die het je zal geven
Ik ben niet degene die het je zal geven
Wat van jou is, is al opgeslagen
Ik ben niet degene die het je zal geven
Ik ben niet degene die het je zal geven
Ik ben niet degene die het je zal geven
Ik kan je inslikken
Alleen om je later uit te spugen
Mijn honger is materie die jij niet kunt bereiken
Sinds de moedermelk van mijn moeder
Tot het einde der verzen, verzen, verzen
Die spruiten uit de dichter in elke poëzie
Onder het licht van de maan in de palm
Van Caymmi's inspiratie
Als ik huil
Als ik huil, en mijn traan valt
Is het om het gras water te geven dat Leven voedt
Huilend herschep ik de bronnen die jij opdroogde
Als ik wens
Doet mijn wens een vloedgolf van zout en tovenarij ontstaan
Ik leef met het gezicht in de wind van de regen en wil nat worden
De Fatima-rozenkrans en het snoer van Gandhi kruisen mijn borst
Ik ben als de dunne stengel, die elk briesje buigt, maar geen zwaard snijdt
Rotzooi niet met me, ik ben niet alleen
Ik loop niet alleen, ik loop niet alleen
Rotzooi niet!
Rotzooi niet met me, ik ben niet alleen
Ik loop niet alleen, ik loop niet alleen
[wiki]
Geen opmerkingen:
Een reactie posten