donderdag 2 april 2020

babel 2

Op dat ogenblik kwamen enige Chaldeeën naar voren...

en beschuldigden de joden ervan, het bevel van de koning te hebben overtreden.

Ze richtten zich tot koning Nebukadnessar met de woorden: 'De koning leve in eeuwigheid! Koning, u hebt bevolen dat allen bij het horen van de muziek van hoorn en fluit, van citer, luit en harp, van doedelzak en allerlei andere muziekinstrumenten zich ter aarde zouden werpen en het gouden beeld aanbidden,  en dat ieder die zich niet in aanbidding neerwerpt in het laaiende vuur van een oven geworpen zal worden...

Nu zijn hier enige joden, die u met het best uur van de provincie Babel belast hebt, Sadrak, Mesak en Abednego: deze mannen, koning, storen zich niet aan uw bevel; uw god vereren zij niet en het gouden beeld dat u hebt opgericht, aanbidden ze niet.'

Ze gaven niet op! - www.bijbelstudiesgerardwesterman.be


Nebukadnessar ontstak in heftige toorn...

en beval Sadrak, Mesak en Abednego voor te brengen.

Toen die mannen voor de koning waren geleid,  vroeg Nebukadnessar hun: 'Is het waar, Sadrak, Mesak en Abednego, dat jullie mijn god niet vereren en het gouden beeld dat ik heb opgericht niet aanbidden?  Welnu, zijn jullie misschien nu bereid om bij het horen van de muziek van hoorn en fluit, van citer, luit en harp, van doedelzak en allerlei andere muziekinstrumenten je neer te werpen en het beeld te aanbidden dat ik gemaakt heb?... Weigeren jullie dat, dan worden jullie op staande voet in het laaiende vuur van een oven geworpen, en welke god zal jullie dan uit mijn macht kunnen bevrijden?'

-

Sadrak, Mesak en Abednego gaven de koning ten antwoord:

'Nebukadnessar, wij vinden het niet nodig op uw vraag een antwoord te geven.  Als er een god is die dat kan, dan is het onze God die wij vereren: Hij is in staat ons te bevrijden uit het laaiende vuur van een oven, en Hij zal ons ontrukken aan uw greep, koning.  Maar de koning zij ervan overtuigd, dat, ook als God ons niet redt, wij uw god niet zullen vereren, en het gouden beeld dat u hebt opgericht niet zullen aanbidden.'


~bron~

Geen opmerkingen:

Een reactie posten