"Ik heb mijn ziel nooit gevoed.
Maar tot overmaat van ramp, bekritiseerde ik constant priesters.
Je had moeten zien hoe moeilijk ik het met dit punt had!... Al sinds we klein waren, herinner ik me de aanwezigheid van kritiek op priesters in mijn familie. Mijn vader zei altijd dat die mannen rokkenjagers waren, en veel beter af waren dan wij. En dat bleven ook wij herhalen.
En de Heer vertelde me:
'Wie dacht je wel dat je was, dat je jezelf tot God maakte, en mijn gezalfden kon oordelen? Ze zijn menselijk, en de heiligheid van een priester wordt gebouwd door zijn gemeenschap, die voor hem bidt, hem liefheeft en steunt. Als een priester zondigt, wordt zijn gemeenschap ondervraagd, niet hij.'
De Heer liet me zien...
dat elke keer dat ik kritiek op priesters had...
de demonen zich aan mij hechtten.
Daarnaast beschuldigde ik op een gegeven moment een priester van homoseksualiteit en de hele gemeenschap kwam erachter. Je kunt je niet voorstellen hoeveel schade ik heb aangericht."
[bron]
Geen opmerkingen:
Een reactie posten