zaterdag 4 juni 2022

tabernakel 2




Gebed tot het H. Sacrament


O, Allerzoetste Jezus, 

hier voor Uw Bee­ltenis neer­geknield weten wij, 

dat Gij het Vlees­geworden Woord zijt, Dat onder de mensen woont. 


Door Uw Heilig Lijden hebt Gij ons de ge­dachtenis nagelate­n, 

dat wij U als een Broeder mogen be­schouwen.

-

Geef, dat wij het diepste Geheim

van Uw Kostbaar Lichaam en Bloed beter kunnen begrijpen, 

om daar­door een nog grotere liefde tot U te verk­rijgen. 


Want dan pas... 

zullen wij U op een passen­de en waar­dige wijze aanbidden en lief­hebben. 


Geef ons de genade om U beter te leren danken,

daar Gij door dit Heilig Sacra­ment ons de Verlos­sing hebt ges­chonken

van de eeuwige ver­doemenis. 


Wanneer Gij voor ons niet gestorven waa­rt,

hadden wij het geluk nimmer ge­kend...

U als Onze Oud­ste Broeder te mogen aan­spreken.


Wij beseffen nog zo weinig, Heer,

van wat Gij voor ons gedaan hebt...

en nog dage­lijks blijft doen, onder het H. Mis­offer. 


Want telkenmale moet het Grote Moment van de H. Co­nsecrat­ie... 

een ware Of­ferande voor U bete­kenen.


Dit geschenk... 

van Uw Eigen Lichaam en Bloed aan Uw kinder­en...

overtreft de vol­heid van Uw Liefde voor ons.


Hoe weinigen zullen U met een rein hart kunnen ont­vangen ?

Welk een vernedering moet het telkenmale voor U zijn...

om af te dalen in het on­waardige ver­blijf onzer zielen.


O, Liefste en Allerzoets­te Jezus,

Gij Die het Gedenkteken van Gods Won­derwer­ken zijt,

geef ons een vleugje van de zoete dauw Úwer Lief­de,

zodat wij de Kelk des Heils leren drinken 

– door het kruis, dat Uw Vader op onze schouders legt

niet van ons af te wen­den.


Geef, dat wij de bitterheid... 

van Uwe Lijdenskelk zullen begrijpen. 

En laat ons eens de genade beko­men... 

om bij ons stervensuur de H. Teerspijze [laatste communie] te mogen ontva­ngen.


Heer Jezus, 

Band van Liefde en Een­dracht, 

blijf bij ons, ook als de avond valt, 

zodat wij ons veilig weten aan Uw Goddelijk Hart, 

om zo de laat­ste Heilige Wonden te kussen, 

die wij U hebben aan­gedaan.


Ontsteek in ons de vlam van een vurige liefde tot U, 

zodat wij de vruchten Uwer Verlossing voortdu­rend mogen gevoelen 

en zo het Onder­pand der toe­komstige Glorie 

voor altijd zullen prij­zen en aanbidden.

Deo Gratias !


[17.3.82]

Geen opmerkingen:

Een reactie posten