Donderdag, 26 februari...
vertrok ik met het schilderij van Maria, dat nu helemaal klaar en ingelijst was, naar Dedemsvaart, want de drukker zou tóch graag het schilderij zien, om de kleuren te vergelijken met de dia.
Donderdag, 5 maart...
belde ik Elisabeth.
Men had mij overal gezocht, doch men kon mij niet bereiken. Ik had gehoord, dat men het schilderij graag weer in Berlicum wilde hebben. Elisabeth had gewild dat ik het schilderij zou brengen, maar gisteren (4 maart) had Maria haar een Boodschap gegeven om 7:10u ‘s-morgens: ´Wacht tenminste tot 19 maart om dit fraaie doek in de bidruimte op te hangen!´
Ook deelde Elisabeth mede, dat (op zaterdag 28 februari) Maria een Boodschap voor mij had gegeven. Door deze mededeling stelde ik voor haar te bezoeken in Berlicum, om de Boodschap persoonlijk in ontvangst te kunnen nemen. Daarop werd onmiddellijk een afspraak gemaakt.
-
Op 28 februari 1981, 13 uur...
gaf O.L.Vrouwe deze Boodschap!
´Aangaande de nieuwe druk van de eerste 4 delen van de Turris Davidica, zult gij (Elisabeth) een beschrijving weergeven betreffende uwe genezing en het begin Mijner Boodschappen, die Ik vertrouwvol tot u gericht heb.
Vrijwel onmiddellijk daarna, zal William een verslag brengen in dat boek, over wanneer en hoe hem gevraagd werd om dit fraaie kunstwerk te schilderen.
Hij zal ook levendig beschrijven dat door Mij is bevestigd, dat geen enkele mensenhand, noch de zijne, deze beeldschone weergave ooit verbeteren zal.
Wanneer de mens leest en hoort, dat van ver over zee iemand nodig was om de Moeder Gods in deze voorstelling op het doek te brengen, men niet alleen behoeftiger zal zijn deze uitgave te bezitten dan wel de liefde én devotie tot Mij meer opgang te doen vinden, doch ook succes te oogsten.´
Ik schrok van de opdracht...
maar voelde de plicht om niet te aarzelen...
en hetgeen Maria gezegd had uit te voeren.
[bron]
Geen opmerkingen:
Een reactie posten